Gedoopt in de Oud-Kath. Kerk te 's-Gravenhage 12 april 1764, vader Petrus, moeder Antonia Verkerk (B.S. 's-Gravenhage 378); ondertrouw 's-Gravenhage 25 juli 1790 en trouw in de St. Jan te 's-Hertogenbosch 12 augustus 1790 met Helena Maria Habraken, gedoopt in de St. Jan te 's-Hertogenbosch | 320 |
4 december 1750, dochter van Adrianus Josephus en Maria Anna Margarita van Hassel, begraven 19 januari 1805 te 's-Hertogenbosch (B.S. 's-Gravenhage 201 en S 's-Hertogenbosch 47, 133 en 570); was als patriot in 1787 genoodzaakt zijn voorouderlijk beroep van apotheker te 's-Gravenhage vaarwel te zeggen en zijn geboortestad en vervolgens zijn vaderland te verlaten, verzocht in 1797 aan het Departementaal Bestuur van Brabant en in 1798 aan het Uitvoerend Bewind on een aanstelling als ontvanger der verpondingen te 's-Hertogenbosch of een ander ambt aldaar (Res. Repr. Bat. Brabant 9 januari 1797 no 15 en 3 november no 3 en A.R.A. Uitvoerend Bewind 413 no 410); poirter van 's-Hertogenbosch 4 mei 1790 (Poirtersboek 3); werd 22 februari 1798 tot municipaliteitslid benoemd (Van Zuylen blz. 7); verzocht 28 maart 1798 namens de municipaliteit van 's-Hertogenbosch aan de Const. Verg. van het Bat. Volk schade vergoeding voor de geplunderde ingezetenen van 1787 (A.R.A. Wetgevende Colleges 318); in 1799 lid van het Interm. Adm. Bestuur en het Committé van Alg. Welzijn in Bat. Brabant en in 1800 regerend blokmeester van het blok van de Markt te 's-Hertogenbosch (Bossche Alm.). | 321 |
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 320-321